Reflectieverslag

Een weeffout in onze sterren

Niemand kon er deze zomer aan ontsnappen. In iedere magazine die je las, iedere winkel die je binnenstapte, werd er over Een weeffout in onze sterren, geschreven door John Green, gesproken. De film kwam uit en de halve wereldbevolking haastte zich vol hoge verwachtingen naar de bioscoop om het verhaal van Hazel Grace en Augustus Waters op groot scherm te kunnen bijwonen.

Ik kende de auteur niet, van het boek had ik ook nog nooit gehoord. Toch wilde ik de film graag zien, omdat iedereen er gek op bleek te zijn en omdat het onderwerp mij aansprak. Het verhaal gaat over twee jongeren, die beiden geconfronteerd werden met kanker. Bij de ene, Hazel, werd de kanker al ontdekt toen ze nog jong was. Vele onderzoeken werden uitgevoerd, veel medicamenten uitgetest, maar niets kon haar helpen. Toch vonden verplegers een medicament dat haar leven nog enige tijd zou rekken. Ze was een bom die gauw zou ontploffen, zoals ze het zelf zei. Bij Augustus daarentegen had de medicatie wel geholpen. Hij had zijn botkanker overleefd, maar moest hier wel één van zijn benen voor opofferen. Hazel en Augustus leerden elkaar kennen in een praatgroep, waarin een heleboel mensen zaten die tegen kanker strijden of gestreden hadden. Ze werden verliefd op elkaar, al had Hazel wat tijd nodig om die liefde toe te laten. Ze wist dat ze bijna ging sterven en ze wilde hem dat verdriet niet aandoen. Ze liet hem kennismaken met haar favoriete boek en de schrijver ervan, namelijk Peter Van Houten. Gefascineerd door zijn literatuur gebruikte Augustus zijn kankerwens om deze schrijver samen met Hazel te ontmoeten in Amsterdam. Daar liep het echter mis. Peter Van Houten bleek een arrogante man te zijn met een drankprobleem, die helemaal geen respect toonde voor hun ziekte en de moeite die ze hadden gedaan om naar Amsterdam te komen. Bovendien kwam Hazel erachter dat er opnieuw kanker was vastgesteld bij Augustus, kanker die niet kon genezen worden. Toch genoten ze nog ten volle van de tijd die hun nog restte en probeerden ze er het beste van te maken. Het verhaal draaide helemaal anders uit dan iedereen zou verwachten. Hazel stierf niet, maar Augustus.

Omdat ik de film zo goed vond, heb ik het boek ook gelezen en het heeft een enorme impact gehad op mijn visie omtrent kanker, maar ook op de maatschappij. Er is heel de zomer ontzettend veel commotie geweest over deze film en het boek. Ik vond het heel pakkend, omdat er tegenwoordig veel mensen zijn die te weten komen dat ze kanker hebben en dat leek mij altijd ver-van-mijn-bed-show totdat ook mensen die ik ken deze ziekte kregen. Ik vind dat iets heel moeilijk om te aanvaarden en daarom deed het mij ook echt goed om eens met een andere visie naar deze ziekte te kijken.

Het einde is heel bijzonder, omdat het onverwachts is en dat is net wat het boek zeer speciaal maakt. Bij kanker gebeurt alles onverwacht: de diagnose, de onderzoeken, de genezing of het sterven. De auteur heeft deze onverwachte gebeurtenissen verwerkt in zijn verhaal en dat maakt het zeer sterk. Je voelt mee met de personages, je gaat mee in hun verhaal. Ook de afwisseling van positiviteit en realiteit en het ongelooflijke besef dat zij beiden hadden, waren heel typerend en volgens mij een groot voorbeeld voor alle mensen die op dit moment tegen kanker strijden.

Kanker is voor een lange tijd een soort van taboe geweest en ik ben ervan overtuigd dat het boek veel deuren heeft geopend voor  kankerpatiënten en dat het de manier waarop mensen naar hen kijken zeer sterk heeft veranderd. Ik denk dat het noodzakelijk was om zo een verhaal in de media te brengen, om aan mensen de verschillende aspecten van kanker te laten zien en om kankerpatiënten te tonen dat ze moeten genieten van de tijd die hen nog rest.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten